Columbarium

Het woord c., letterlijk 'duiventil', werd door de Romeinen ook gebruikt om de nis aan te duiden waarin urnen met de as van overledenen werden bijgezet; in het moderne spraakgebruik wordt de term ook gebezigd voor de gehele grafkamer waarvan de wanden zulke nissen bevatten. Terwijl de rijke families grafmonumenten oprichtten langs de wegen buiten de muren van Rome, dienden de columbaria als begraafplaatsen der lagere bevolkingsklassen.

De oudste romeinse dateren uit het midden der 1e eeuw vC, de jongste uit de 2e eeuw nC, toen de lijkverbranding buiten gebruik raakte. De bekendste intact gebleven columbaria zijn die van Pomponius Hylas en die van de vrijgelatenen van Livia, gelegen bij de Porta Latina. Hieronder is het columbarium van de Vigna Codini bij de Porta Latina te zien.



Lit. Samter (PRE 4, 593-603). J. Kollwitz (RAC 3, 245-247). F. Grana/G. Matthiae (EAA 2, 746-748). [Nuchelmans]


Register