Nero Claudius Drusus Germanicus

munt

Nero Claudius Drusus Germanicus ('Drusus maior'), (3) 38-9 vC, zoon van Tiberius Claudius Nero en Livia Drusilla, stiefzoon van keizer Augustus en jongere broer van Tiberius. Uit zijn huwelijk met Antonia minor sproten drie kinderen: Germanicus, Livilla en Claudius, de latere keizer.

munt
Augustus ontvangt olijftakken van Tiberius
en Drusus (zilveren denarius 15-12 v.C.)
In 15 vC trok D. over de Brenner en onderwierp samen met zijn broer Tiberius in één veldtocht de Raeti en Vindelici, wier gebied tot provincie werd ingericht. In 13 en 12 vC legaat van de Tres Galliae, organiseerde hij er de census en wijdde te Lugdunum (Lyon) een altaar voor Roma en Augustus. Van 12-9 vC was D. belast met de oorlogvoering tegen de Germanen. Hij versterkte de grensbeveiliging, waarvan Vetera en Mogontiacum de middelpunten werden. Na de Sugambri over de Rijn teruggedrongen te hebben, legde hij de Fossa Drusiana, de moeilijk te identificeren D.-gracht, aan, waardoor hij de Rijnvloot naar de Noordzee bracht; vervolgens ondenvierp hij de Bataven, de Friezen en andere kuststammen.

In 11 vC was Drusus praetor urbanus. Onder veelvuldige gevechten, waarbij de Usipeten werden verslagen, bereikte hij Ems en Weser. Aan de zeekust en in het veroverde binnenland werden vaste versterkte posten aangelegd, zoals Aliso aan de Lippe. Tijdens de veldtocht van de twee volgende jaren tegen Sueben, Chatten, Marcomannen en Cherusken wist D. de Elbe te bereiken, waar hij op last van keizer Augustus halt maakte. Op weg van de Elbe naar Mainz overleed hij 30 dagen na een ongelukkige val van zijn paard in september 9 vC. Een onbekend auteur schreef naar aanleiding hiervan een Consolatio ad Liviam. Augustus en Tiberius hielden een lijkrede, waarna Drusus werd bijgezet in het Mausoleum van Augustus. Te Mainz kreeg de populaire veldheer een cenotaaf en een triomfboog. Aan hemzelf en aan zijn zoon werd de bijnaam Germanicus toegekend. Afbeeldingen van Drusus maior zijn bekend van munten en penningen; aan de hand daarvan konden enkele borstbeelden en koppen (o.a. in het Museo Nazionale Romano en in het Nationaal Museum van Kopenhagen) worden geïdentificeerd; vermoedelijk stelt ook het geharnaste standbeeld in het Museum van Lateranen Drusus maior voor.

stamboom
Klik op een naam voor meer informatie!


Lit. Suetonius, Claudius. Cassius Dio 54; 55, 1-2. Consolatio ad Liviam. Epicedion Drusi. - A. Stein (PRE 3, 2703-2719). - H. Hettema, De Nederlandse wateren en plaatsen in de Romeinse tijd 2 ('s-Gravenhage 1951). A. W. Byvanck, Nederland in de Romeinse tijd 1 (Leiden 1945) 86-97. K. Christ, Nero Claudius Drusus (Diss. Tübingen 1953). Id., Drusus und Germanicus. Der Eintritt der Römer in Germanien (Paderborn 1956). - H. Istinsky, Historische Fragen des Mainzer Drusus denkmals (Jahrb. des Römisch-germanischen Zentralmuseums Mainz 6, 1960, 180-196). V. Paulsen, Claudische Prinzen. Studien zur Ikonographie des ersten römischen Kaiserhauses (Baden-Baden 1960).



Keizers Rome Lijst van Namen