In hoc signo vinces

Het was de avond van 27 oktober 312 n.C.
De Tiber stroomde tegen de pilaren van de Pons Milvius en hield
de kampen van de
twee vijandige veldheren uit elkaar.
In het ene kamp inspecteerde
Maxentius,
groot en woest, de troepen (waarmee hij een dag later de beslissende slag
moest leveren) en spoorde hen aan tot
dapperheid.
In het andere kamp stond
Constantijn
denkend voor zijn tent; zijn legioensoldaten maakten verspreid over
het kamp pijlen en spren gereed.
Constantijn
hield zijn ogen gericht op de hemel die goudkleurig was geworden.
Kijk, op een plaats in die gouden lucht straalde een kruis
en op dat kruis stond
met vlammende letters geschreven: n34;Met (In) dit teken zul je overwinnen!n34;.
De jonge imperator viel op
zijn knieën en spreidde verbijsterd zijn armen
uit en toen het kruis verdween, bedekte hij zijn hood met zijn handen en
dacht
weer aan zijn kinderjaren en zijn christelijke moeder; en hij
bedacht dat al zijn legioensoldaten in het geheim Christenen
waren.
Constantijn gaf geschokt bevel om de troepen te verzamelen en zei hun dat als men hen
op hun oever zag, dat de volgende
dag in de strijd, i.p.v. de
Romeinse aquila,
het vaandel met het
kruis zou schitteren.
Een gemompel van geschokte verbazing
trok door de legioensoldaten en langzamerhand
veranderde het jubelkreten.
Bij de dageraad van de volgende dag stonden de twee
legers reeds tegenover
elkaar, aan beide zijden van de pons Milvius en de vaandels van de troepen
van
Constantijn schitterden
met het
kruis.
Het heilige teken gaf zoveel kracht aan de strijdenden dat ze een aanval op de
brug begonnen, de troepen van
Maxentius krachtig afsloegen en hen meesleurden in een
bliksemsnelle opmars.
En Constantijn, onder het teken van het kruis,
was de winnaar.
Toen hij tot keizer was uitgeroepen, kwam Constantijn triomferend Rome binnen waar voor hem een grote
boog werd opgericht, die nog is te bewonderen, naast het
Colosseum.