In de bewaard gebleven schilderingen, die steeds weer een imitatie zijn van architectuur, zijn verschillende decoratiestijlen te herkennen, die men aan het eind van de 19de eeuw op basis van de rijke vondsten in Pompeji in vier stijlen indeelde. Tegenwoordig beschouwen archeologen deze indeling niet meer als vast chronologisch raamwerk, maar eerder als hulpmiddel bij de beschrijving van de verschillen, omdat verschillende decoratiestijlen naast elkaar werden toegepast.
Bij de kleurige muurschilderingen
van de eerste stijl (2de eeuw-80 vC), die ook
wel incrustatiestijl wordt genoemd, werd met
kalk, stuc en verf een marmeren muur van
rechthoekige blokken nagebootst, die zich boven
een basement verheft en waarvoor soms
zuilen zijn geschilderd.
Kenmerkend voor de
tweede stijl is de poging het vertrek met illusionistische
middelen groter te doen lijken.
Achter driedimensionaal geschilderde zuilen op
een kroonlijst boven het basement lijkt de muur
achteruit te wijken en bieden openingen zicht
op fraaie gebouwen.
Aan het eind van de 1ste
eeuw v.C. kwam de derde stijl op, waarbij het
architectonische illusionisme van de tweede
stijl werd versterkt door schilderijachtige
vergezichten en de vroeger naturalistisch
weergegeven gebouwen werden vervangen
door ornamentele siervormen. Zuilen en
kroonlijsten werden teruggebracht tot dunne,
irrationele vormen, kandelaars en banden en de
muren werden nog slechts in vlakken en
strepen verdeeld.
In de vierde stijl, waarvan het
begin door de archeologen met de aardbeving
in Pompeji werd verbonden en aldus in 63n.C.
werd gedateerd, lijken de muren hun functie als
ruimtebegrenzers te hebben verloren en zijn het
nog slechts neutrale, in drie horizontale zones
verdeelde achtergrondvlakken, waarop men de
fantasie de vrije loop liet. Ze kunnen naar
believen zijn voorzien van platte velden, in perspectief
geschilderde gebouwen en siermotieven
of figuren. Met de ondergang van de
Vesuviussteden door de vulkaanuitbarsting van
79 n.C. kwam een eind aan de stijlindeling van
de archeologie, maar niet aan de Romeinse
wandschilderkunst. Ze zijn wel minder talrijk,
maar toch zijn er fraaie voorbeelden bewaard
gebleven uit huizen, graven en catacombes in
de hoofdstad en in de provincies.