Agrippa's tempel was rechthoekig en had aan de zuidzijde een breed front met een voorhal die zich tot onder de latere rotonde uitstrekte. Hierin zouden beelden van Augustus en Agrippa hebben gestaan.
Na reeds in 22 vC door blikseminslag beschadigd te zijn brandde het P. in 80 nC geheel af. In 89 herstelde Domitianus het in zijn oude vorm. Na een nieuwe brand in 110 liet Hadrianus de resten neerhalen, waarna hij iets verder naar het zuiden het huidige bouwwerk optrok, dat zijn ingang aan de noordzijde kreeg. Een inscriptie in kleine letters onder die van Agrippa vermeldt nog restauraties onder Septimius Severus en Caracalla.
IMP CAES L SEPTIMIVS SEVERVS PIVS PERTINAX AVG ARABICVS ADIABENICVS PARTICVS MAXIMVS PONTIF MAX TRIB POTEST X IMP XI COS III P P PROCOS ET/ IMP CAES M AVRELIVS ANTONINVS PIVS FELIX AVG TRIB POTESTAT V COS PROCOS PANTHUVM VETVSTATE CORRVPTVM CVM OMNI CVLTV RESTITVERVNTNadat Honorius het P. in 399 voor de heidense eredienst gesloten had, schonk keizer Phocas het in 608 aan Paus Bonifatius IV, die het als kerk toewijdde aan S. Maria ad Martyres. Latere pausen, onder wie Urbanus VIII (1626), gebruikten vele bouwelementen opnieuw (bv. voor de inrichting van de Sint-Pieter). Zo verbreidde zich te Rome de schimpscheut: Quod non fecerunt barbari, fecerunt Barberini (Wat de barbaren niet hebben gedaan, deden de Barberini's). Het tegenwoordige interieur kwam onder Benedictus XIV tot stand (1747).
Lit. K. Ziegler (PRE 18, 2 (3), 729-741). - L. Beltrami, Il
P. rivendicato ad Adriano (Milaan 1929). G. Lugli, I monumenti
antichi di Roma e suburbio 3 (Rome 1938) 123-150.
Id., Il P. e i monumenti adiacenti (ib. 1962). E. Nash, Bildlexikon
zur Topographie des antiken Rom 2 (Tübingen 1962)
170-175. H. Kähler, Das P. in Rom in Meilensteine europäischer
Kunst (München 1965) 47-75. K. de Fine Licht,
The Rotunda in Rome. A study of Hadrian's P. (Kopenhagen
1968).
[A. J. Janssen]