Vertaling: wijdingsbrief Hornius, Dissertationes historicae et politicae (Leiden 1655 = Leiden/Rotterdam 1668)
Aan de edelachtbare en hoogverheven bestuurders van het gymnasium van het Nijmeegse kwartier
Waarom ik meende aan u dit dunne werkje te moeten opdragen? De reden die mij daartoe heeft verleid, bood zich buiten alle verwachtingen om aan mij aan en deze reden had ik eerder gevonden dan dat ik ernaar op zoek was. Want onlangs ben ik van de universiteit van Harderwijk naar Leiden geroepen en rond dezelfde tijd deed het verhaal de ronde dat er intussen een nieuw gymnasium in de bloeiende stad Nijmegen werd opgericht.
Uw respectvolle en vriendelijke brief aan mij bevestigde dat gerucht. In deze brief biedt u mij met grote nadruk een dubbele aanstelling aan. Dit overviel me volkomen onverwacht maar ik kan niet anders zeggen dan dat het meer dan verheugend is dat ik door belangrijke en oordeelkundige mannen uitgezocht was om samen met anderen zogezegd de fundamenten te leggen van het nieuwe gymnasium.
Overigens, omdat rond dezelfde tijd de drukker klaar was met dit werkje en er, zoals de gewoonte is, over de opdracht erin nagedacht werd, liet uw brief me niet lang twijfelen. Want voor wie zijn deze schrijfsels die in Gelre het licht hebben gezien en die voor het grootste deel Gelderse steden en onderwerpen behandelen, beter bestemd, dan voor de voornaamste stad van dat volk, dan voor de beroemde stad der Bataven, dan voor de bestuurders van het nieuwe Gymnasium?
Omdat in deze eeuw vol oorlogsgeweld en onzekerheid de menswetenschappen langzamerhand uitdoven en alles overhelt naar aloude barbarij, kan ik alleen maar volmondig instemmen met de prijzenswaardige zorg en betrokkenheid van bestuurders die nadenken over het uitbreiden van scholen en gymnasia. Dit met de bedoeling dat de Muzen die in politiek overleg geen stem hebben, door dat enthousiasme tot rust komen, en dat uitmuntend talent - als dat er nog is - aangespoord wordt door de hoop op beloningen en in die kweekscholen beschermd wordt tot betere tijden in de toekomst.
Hier kwam als tweede het bewijs van uw grote genegenheid voor mij bij, namelijk dat u in dit lastige jaargetijde - nu u overigens ook druk met grote staatszaken bent - Leiden wilde bezoeken en met mij persoonlijk wilde praten over het loflijke aanbod van het kwartier van Nijmegen. Door deze buitengewone beleefdheid heeft u mij in het lastige parket gebracht dat ik niet aan de geur van ondankbaarheid kan ontkomen tenzij ik een toegankelijk geschrift als bewijs achterlaat, hoezeer ik me aan u verplicht voel. Toch kan dát niets toevoegen aan uw aanzien. Maar mijn gevoelens voor u, de eerbied, de wetenschappelijke inhoud en de stijl zullen in elk geval dit eenvoudige geschenkje compenseren.
Edelachtbare en hoogverheven Heren,
Ik hoop dat GOD, de Beste en Grootste, u voor altijd behoedt tot heil voor stad en letteren en dat hij al uw plannen genadig steunt.
Leiden, 1 januari 1655
Top
Mochten er onverhoopt rechten overtreden worden op/door/met deze site, stuur dan even een mailtje zodat de plooien recht kunnen worden gestreken.
© Leo Nellissen 2017-
www.stilus.nl