Arioch (hebreeuws 'arjōk = indogermaans ârjaka:
edelman?), bondgenoot van Amrafel (Gn 14,1.9),
nog niet geïdentificeerd. De naam (arrïwük en ariükki)
komt in de teksten van Mari als persoonsnaam
en plaatsnaam voor.
Lit. M. Noth, Arioch-Arriwuk (VT 1, 1951, 136-140).
[v. d. Born]