Transfiguratie

Transfiguratie (μεταμόρφωσις, latijn transfiguratio), gedaanteverandering, de verschijning van iemand in een andere gestalte. De term wordt in de godsdienstwetenschap zowel gebezigd van goden die in mensengedaante verschijnen als van mensen die vergoddelijkt worden (bv. in de hellenistische mysteriegodsdiensten). In de bijbel komt het griekse substantief niet voor, wel het werkwoord μεταμορφοῦσθαι (Mt 17,2; Mc 9,2; Rom 12,2; 2Cor 3,18). De synoptische evv. verhalen een t. van Jezus op een berg (Mc 9,2-9 e.p.; vgl. 2Pt 1,16-18), volgens de traditie de Tabor.

De aard van deze gebeurtenis is moeilijk te reconstrueren. Het lijkt vast te staan dat de leerlingen een of meerdere disclosureervaringen hebben gehad, waardoor ze de betekenis van bepaalde feiten en de ware aard van de persoon van Jezus plotseling in een helder licht zagen. Het is niet noodzakelijk dat dit inzicht tijdelijk samenviel met de gebeurtenissen. Het is even goed mogelijk dat zij pas veel later, bv. na de verrijzenis, tot dü heldere inzicht kwamen. Enkele lijnen van het gebeuren worden intussen wel duidelijk. Allereerst zagen zij in waarom Jezes moest lijden. Daarop wijst de contekst met de lijdensvoorspellingen. Le 9,31 spreekt uitdrukkelijk over zijn exodus, zijn heengaan. Vervolgens gaat het kennelijk om de eschatologische betekenis van zijn persoon. Dit blijkt uit de aanwezigheid van Mozes en Elia, twee figuren van wie de traditie leerde dat zij aan het einde der tijden terug zouden keren. Tenslotte wijst de stem uit de hemel erop dat dit inzicht ervaren werd als een openbaring en niet als het resultaat van menselijk weten. In Phil 2,6-11 wordt een authentieke interpretatie gegeven van dit nieuwe inzicht. In 2Pt 1,16 is dit geestelijk inzicht tot een 'bewijs' ge worden, wat op een latere ontwikkeling wijst. Welke motieven bij de inkleding van het verhaal hebben meegespeeld (de Sinaï-theophanie, de joodse apocalyptische literatuur, het intronisatiefeest van de koning, hellenistische mythen, enz.) is niet uit te maken, omdat dezelfde motieven in diverse verhalen een rol spelen.


Lit. J. Behm (ThW 4,762-767). - A. Feuillet, Les perspectives propres à chaque évangéliste dans les récits de la transfiguration (Bb 39, 1958, 2 1-301). H. B ltensweil r, Die Verklärung Jesu (Zürich 1959). X. Léon-Dufour, Études d'Évangile (Paris 19 5) 83-122. W. Dignath/S. Wibbing, Taufe - Versuchung - Verklärung (Gütersloh 1966). [Bouwman]


Afkortingen Lijst van Namen