Albanus lacus, om zijn natuurschoon reeds in de
oudheid beroemd kratermeer ten westen van de
Albanus mons: 293 m boven de zeespiegel, 170 m
diep, oppervlakte ca. 6 km². Thans Lago di Albano.
De stand van het water werd sinds 398/397 vC
(Livius 5, 15-19) geregeld door middel van een sluis
in een nog thans functionerend ondergronds kanaal
(emissarium) van 1800 m lengte, dat het overtollige
water door de kraterrand voerde en vervolgens via
de Rivus Albanus naar de Tiber.
[Nuchelmans]