Hermon

Hermon (hebr. hermoon: verboden ruimte), oostelijke van de beide ketens van het middensyrische hooggebergte, volgens Dt 3,9 (en 4,48: lees H. i.p.v. Sion) door de Feniciërs sirjoon, door de Amorieten s'niir genoemd. Beide namen komen ook voor in spijkerschriftteksten; evenals de hebreeuwse term zullen deze de gehele Antilibanon aanduiden. In Hl 4,8; IKr5,23 staan de twee namen naast elkaar; hier schijnt met H. alleen de zuidelijke punt van de Antilibanon, de in Palestina van verre zichtbare gebel et-telg (sneeuwberg) of es-seh bedoeld te zijn. De tot 2814 m hoge H. wordt in het OT meermalen vermeld als de noordelijke grens van het beloofde land; ook wordt hij in beeldspraak genoemd (Ps 133,3: dauw van de H. als beeld van Gods zegen). Het gebergte was vanouds een cultusplaats, waar de god H. (die wellicht Baäl-Chermon heette) vereerd werd. De oudste tekst omtrent deze cultus is een verdrag tussen de Hethieten en de Amoriet Aziru en dateert uit 1350 vC. Nog in de 4e eeuw nC werden op de hellingen tempels gebouwd, waarvan de ruïnen o.a. nog op de hoogste top (qasr 'antar; ongeveer 2800 m) te zien zijn.



Lit. Abel 1, 347-349. Simons blz. 561. [v. d. Born]


Afkortingen  Kaart