Om de list te vervolledigen kiest de Griekse vloot (B) bij zonsopgang zee
en koerst naar het noorden. Het Corintische eskader voert daarbij zeil
(hetgeen men gewoonlijk slechts bij de vlucht opzette, niet bij het
gevecht) met het doel de straat van Megara te verdedigen en aldus de
Griekse achterhoede te vrijwaren van een Egyptische aanval. (C) Xerxes geeft
zijn vloot bevel om de straat binnen te varen.
Een van hun eerste slachtoffers is de Phenicische admiraal.
Intussen breekt de morgen aan en wordt de chaos nog verergerd door
een vrij krachtige zuidelijke bries. De
aan de achtersteven topzware Phenicische galeien
(zij voerden een hefvechtbrug met zich mee en
meer zeesoldaten dan de Griekse schepen) beginnen
hun onderling verband te verliezen. De Phenicische slagorde
breekt, de schepen vluchten en de Atheners, die de vijandelijke schepen
door de nauwe straat hebben achtervolgd, nemen daarna de Ionische
schepen van achteren in een klassieke tanggreep. De Perzische vloot
wordt tot voorbij Psyttaleia teruggedreven en het garnizoen op het eiland
wordt vernietigd door zeesoldaten
van de Griekse vloot. Intussen heeft
het Corinthische eskader de Egyptenaren opgehouden.
De Perzen verloren hierbij 200 triremen, de Grieken 40.