Antimachus (Ἀντίμαχος) van Colophon, ca. 400 vC, griekse dichter en geleerde, de eerste poëta doctus (geleerde dichter) en als zodanig een vroege voorloper van de hellenistische dichtkunst. Van zijn werken zijn slechts fragmenten bewaard.
1. Thebaïs (Θηβαΐς), een epos in minstens vijf boeken over de tocht van de Zeven tegen Thebe, dat zijn stof vermoedelijk niet alleen uit de epische cyclus, maar ook uit de lyriek en de tragedie putte.
2. Lyde (Λυδή), een lange elegie, die een verzameling van ongelukkige liefdesgeschiedenissen bevatte, zoals de tocht van de Argonauten, de zwerftochten van Demeter en de geschiedenis van Oedipus. Behalve de metrische vorm was er weinig elegisch aan het gedicht, dat A. vervaardigd zou hebben om troost te vinden voor het verlies van zijn geliefde Lyde. Door zijn Lyde is A. de schepper van het genre der verhalende elegie, dat in de volgende eeuwen zoveel opgang heeft gemaakt.
3. Artemis (Ἄρτεμις), een gedicht in hexameters over de eredienst en de titels van de godin, waaruit we waarschijnlijk excerpten aantreffen in een papyrus die zich te Milaan bevindt.
A. verenigde bewust het werk van de geleerde met
dat van de kunstenaar: hij varieerde en contamineerde
op gedurfde wijze de bestaande epische stoffen,
in zijn taal, die veel buitenissige woorden en
duistere omschrijvingen bevat, trachtte hij al het
gewone te vermijden. Op A.' naam staat ook een
vóór-alexandrijnse editie van
Homerus' Ilias en
Odyssee.
Lit. Uitgaven: met uitvoerige inleiding van B. Wyss, Antimachi
Colophonii Reliquiae (Berlin 1936). A. Vogliano, Papiri
della R. Università di Milano 1 (Milaan 1937) 41-65. J.
Trüb, Kataloge in der griechischen Dichtung (Oberwinterthur
1952) 74vv.
[Nuchelmans]