Johannes Chrysostomus

Johannes Chrysostomus (Χρυσόστομος) werd in Antiochië tussen 344-354 geboren en stierf te Comana in Pontus in 407. Ch. (Guldenmond) stamde uit een aanzienlijke familie. De bekende retor Libanius was zijn leermeester. Na zijn doop (372) leidde hij een ascetisch leven, terwijl hij door Diodorus van Tarsus theologisch geschoold werd. In 386 tot priester gewijd, preekte hij regelmatig in de hoofdkerk val Antiochië, waardoor hij een grote naam als predikant verwierf. In 398 volgde hij Nectarius als bisschop van Constantinopel op. Na enige tijd ontstond tegen J. Ch., die zich een ijverig zielzorger betoonde vooral uit hofkringen oppositie. Door de z.g. Eikensynode van 403 en daarna definitief door een keizerlijk decreet van 404 werd J. Ch. verbannen.

Zijn prediktalent was groot. Ondanks de vele retorische effecten is zijn stijl niet gekunsteld; hij wist overdrijving in beelden en gelijkenissen te vermijden. Zijn exegetische methode sluit bij de antiocheense school aan.

De meeste homilieën (=preken) van J. Ch. dateren uit de periode 386-398. Een deel van zijn preken heeft J. Ch. zelf op schrift gesteld, maar de meeste werden stenografisch genoteerd. Naast de vele exegetische preken (o.a. 76 over Gn, vele over de evangelies en de apostelbrieven), staan panegyrieken (op grote figuren uit het OT en de oude christenheid) en gelegenheidspreken (bv. de 21 homilieën over de standbeelden tot het volk van Antiochië, in Eutropium). Een polemisch karakter dragen de 8 homilieën tegen de joden, tot de dogmatische behoren de 12 homilieën 'over de onbegrijpelijkheid van God'.

Van zijn verhandelingen is De sacerdotio (ca. 386) in 6 boeken het bekendst. Het boek is geschreven in de vorm van een gefingeerde dialoog tussen de schrijver en een studievriend Basilius. Andere traktaten zijn: Tegen de tegenstanders van het monastieke leven, Ad Theodorum lapsum, Over de maagdelijkheid, Over hovaardij en opvoeding van de kinderen, Over de betekenis van het lijden. In 1955 zijn een aantal catechesen voor de doopleerlingen teruggevonden. Uit de laatste periode van zijn leven dateren de 236 brieven (17 ervan zijn aan de diakones Olympias te Constantinopel gericht). De z.g. Chrysostomusliturgie kan niet van J. Ch. stammen.


Lit. MPG 47-64. Van afzonderlijke werken zijn er een aantal meer recente edities, bv. van De sacerdotio: J. Naim (Cambridge 1906) en S. Colombo (Turijn 1934). G. Bardy (DTC 8, 660-90). O. Bardenhewer 3, 324-61. Ch. Baur, Chrysostome et ses oeuvres dans l'histoire littéraire (Leuven 1907). Id., Der heilige J.Chr. und seine Zeit 1-2 (München 1929/30). C. Gheorghiu, S. Jean Bouche d'Or (vertaald docr L. Lamouze; Paris 1957). D. Attwater, S. John Chrysostom. Pastor and Preacher (London 1959). A.-J. Festugière, Antioche païenne et chrétienne (Paris 1959). [Bartelink]


Lijst van Auteurs