Metoiken

Metoiken of metoeken (μέτοικοι, 'meebewoners'), in Athene blijvend gevestigde vrije vreemdelingen zonder burgerrecht, die als groep een officieel erkende status hadden. Iedere metoik moest een burger als patroon (προστάτης) hebben, op wiens bijstand hij vooral bij rechtszaken aangewezen was.

Verder diende hij in de deme waar hij woonde te zijn ingeschreven en moest hij een jaarlijkse speciale belasting (μετοίκιον) van maximaal twaalf drachmen betalen. De m. verrichtten krijgsdienst, betaalden de ook voor burgers gebruikelijke belastingen en werden voor liturgieën aangezocht; zij konden echter geen land of huizen verwerven of een rechtsgeldig huwelijk sluiten met een atheens burger. Soms werden aan individuele m. speciale voorrechten toegekend, zoals vrijstelling van het μετοίκιον en het recht land te bezitten. De meeste m. waren in handel en industrie en in de vrije beroepen werkzaam; ze bereikten soms grote welstand en aanzien. Hun aantal beliep tijdens de 5e en 4e eeuw vC naar schatting een derde van de totale bevolking (slaven niet meegerekend). In de 3e eeuw vC verdween het onderscheid tussen volle burgers en m.


Lit. H. Hommel (PRE 15, 1413-1458). - P. Gerhardt, Die Metoikie im 4. Jahrhundert (Königsberg 1933). U. Kahrstedt, Staatsgebiet und Staatsangehörige in Athen (Stuttgart/Berlin 1934). [Schouten]


Register