Runen

Runen, oudgermaanse lettertekens die van de 2e eeuw vC tot de 11e eeuw nC, hier en daar zelfs nog eeuwen langer, in gebruik waren in Noorwegen, Zweden, Denemarken, Duitsland, Nederland en Engeland. De r. zijn waarschijnlijk ontleend aan een noorditalisch alfabet uit de tweede helft van het 1e millennium vC (Schrift). De meeste r.tekens, die niet alleen lettertekens waren maar ook als magische symbolen dienden, zijn gevonden op. steen (vooral op grafstenen) en metaal (o.a. op wapens en gebruiksvoorwerpen). De langste inscriptie is die van Rök in Oost-Gotland (9e eeuw). Het r.alfabet, naar de klankwaarde van de eerste zes tekens futhark genaamd, bestond aanvankelijk uit 24 letters. Dit aantal werd in Scandinavië rond 800 teruggebracht tot 16, in Engeland in de 9e eeuw uitgebreid tot 28, vervolgens tot 33.


Lit. W. Krause ed., Bibliographie der R.inschriften nach Fundorten (Göttingen 1961vv). - H. Arntz, Handbuch der R.kunde (Halle a.d. Saale 1935, ²1944). R. W. Elliott, Runes. An introduction (Manchester 1959, ²1963). L. Musset, Introduction à la runologie (Paris 1965). W. Krause, Die R.inschriften im älteren Futhark 1-2 (Göttingen 1966). K. Düwel, Einführung in die R.kunde (Stuttgart 1968). H. Klingenberg, R.schrift, Schriftdenken, R.inschriften (Heidelberg 1973). [Nuchelmans]


Register