Sandrocottus of Sandracottus (Σανδρόκοττος, Σανδράκοττος), op het eind van de 4e eeuw vC heerser over een groot rijk in Noord-India, grondvester van de dynastie der Mauryas (321-185), die onder Asoka (ca. 270 - ca. 235) bijna geheel India onder haar gezag verenigde, maar daarna snel verzwakte. Over de regering van S. zijn we door oudindische bronnen vrij goed ingelicht. Ca. 321 vC onttroonde hij de Nanda-vorst van Maghada aan de Ganges en vervolgens onderwierp hij geheel Noord-india ten noorden van de Narbada en ten oosten van de Indus. De hoofdstad van zijn rijk was Pataliputra (Patna); onderkoningen resideerden in Taxila (nabij het moderne Rawalpindi) en Ujjayini (Oeddjain).
Een conflict tussen S. en Alexanders diadoche
Seleucus I
eindigde in 304 vC met een
verdrag, waarbij Seleucus Gandhara en een groot
gebied ten westen van de Indus aan S. afstond en
deze aan Seleucus 500 krijgsolifanten zond. Na zijn
aftreden (ca. 298 vC) zou S. als monnik zijn laatste
levensjaren hebben gesleten. Hij werd opgevolgd
door zijn zoon Bindusara (ca. 298 - ca. 270). Tussen
302 en 291 vC bracht Seleucus' gezant
Megasthenes
enkele bezoeken aan het hof van S. en
Bindusara; zijn waarnemingen legde hij neer in
een fragmentarisch bewaard gebleven werk 'Indika'.
Lit. R. K. Mookerji, Chandragupta Maurya and His Times
(Delhi 1966). F. Schwarz, Die Griechen und die Maurya-Dynastie
(in: F. Altheim/R. Stiehl, Geschichte Mittelasiens
im Altertum, Berlin 1970, 267-316). Id., Candragupta-Sandrakottos.
Eine historische Legende in Ost und West (Das
Altertum 18, 1972, 85-102).
[Nuchelmans]