Anath (hebreeuws 'ănāt), west-semitische godin, die
een rol speelt in de mythologische teksten van Ugarit
(zie ANET 129-142: Poems about Baal and Anath).
Daarin komt zij op voor de belangen van haar broeder
Baäl; als Isjtar beweende zij zijn dood. In de
Keretlegende worden haar schoonheid (A, 146) en
maagdelijke borsten (B, 28) geroemd; ook wordt zij
vaak genoemd in het verhaal van Aqhat (ANET
149b-155). Op een tweetalige tekst uit de 4e eeuw
vC, die op Cyprus gevonden werd, wordt zij gelijkgesteld
met Athene. Ook zij nam de gestalte van een
vogel aan. Als vrouw is zij afgebeeld in ANEP nr.
473 (egyptisch). Uit plaatsnamen als Anathoth blijkt,
dat zij in Palestina in hoog aanzien stond. Ook op de
papyri van Elefantine wordt zij vermeld; zij werd
dan ook in Egypte vereerd (ANET 16; 249v): een
van de paarden van Seti 1 heette: A. is tevreden
(ANEP nr. 328; ANET 254). De vader of moeder
van Samgar draagt dezelfde naam (Ri 3, 31, 5, 6).
[Beek]