Procurator

Procurator heetten bij de Romeinen bepaalde functionarissen die vooral uit kringen van slaven en vrijgelatenen stamden en wier taak hoofdzakelijk op financieel gebied lag. Augustus droeg hun ook staatstaken op en verleende hun daarmee rang en verantwoordelijkheid. Steeds meer echter werden equites op deze posten benoemd, wat onder Hadrianus zijn hoogtepunt bereikte. Zo ontstond er een keizerlijke ambtenarenstand, die volgens het salaris in klassen was verdeeld (sexagenarii, centenarii, ducenarii en trecenarii. De titel weerspiegelt de bijzondere bevoegdheden. De - gewoonlijk drie procuratores Augusti of militiae bekleedden hoge militaire posten. Procuratores provinciarum bestuurden kleinere provincies zonder garnizoenen als Thracia en Judaea (Pontius Pilatus). Procuratores fisci beheerden in grotere provincies de keizerlijke financien en waren niet afhankelijk van de stadhouder, die zij soms vervingen. Bekend zyn verder o.m. een procuratores monetae, annonae, aquarum, a studiis, a bibliothecis, een voor de mijnen, een voor de gladiatorenscholen en andere. Sedert Hadrianus waren equites als departementshoofden zoals de procuratores a rationibus en ab epistulis ambtenaren van zeer hoge rang.


Lit. H. G. Pflaum (PRE 23, 1240-1279). G. Urögdi (PRE Suppl. 10, 1965, 667-670). - O. Hirschfeld, Die kaiserlichen Verwaltungsbeamten von Augustus bis Diokletiano (Berlin 1905) 2A0-280. A. Stein, Der römische Ritterstand (Münchener Beiträge zur Papyrusforschung 10, 1927). A. N. Sherwin-White, P. Augusti (Papers of the British School at Rome 15, 1939, 1-16). H. G. Pflaum, Les procurateurs équestres sous le Haut-Empire romain (Paris 1950). Id., Les carrières procuratoriennes équestres sous le Haut-Empire romain 14 (Paris 1960v). A. H. M. Jones, Procurators and Prefects in the Early Principate. Studies in Ronan Government and Law (Oxford 1960). C. Nicolet, Procurateurs et préfets à l'époque républicaine (Mélanges Carcopino, Paris 1966, 691-709). [A. J. Janssen]


Register