In dit punt verdeelt de rivier zich in tweeën vanwege het Tibereiland, een verplichte oversteekplaats, niet alleen voor de handel die zich van het Noorden naar het Zuiden verbreidde, maar ook voor die handel die zich van de zee uit ontwikkelde naar het binnenland van Latium en van Centraal-Italië langs de rivier (vooral zout langs de latere Via Salaria).
De oudere archeologische resten die op de Palatijn zijn teruggevonden, bevestigen het bestaan van een
dorp met hutten, omgeven door een dam: het 'Roma quadrata' van de traditie.
Niet veel later bevorderde de progressieve ontwikkeling van een ruileconomie
de schepping van commerciële markten, waarnaar en waarvandaan alle handelswaar komt en gaat.
Dankzij de versterkte ligging die de natuur aan die plaats had gegeven, omgeven door heuvels, moest het
een ideaal punt zijn om veilig te zijn voor elk gevaar. Het was zo dat nieuwe Latijnse bevolkingsgroepen
besloten om andere zones te bezetten (Esquilijn, Caelius, Quirinalis en
Capitolinus) en tussen de 10e en 7e eeuw nieuwe dorpjes te stichten: deze dorpjes, verenigd in
heilig verbond, stichtten Rome en begonnen met de koningen hun duizendjarige geschiedenis.