Vorige Kaart van Rome Kaart van de Campus Martius Rome Volgende

De porticus Minucia

De Porticus Minucia werd gebouwd door M. Minucius Rufus, consul in 110vC. (Velleius Paterculus ii.8.3). Antonius, en waarschijnlijk ook andere politici hadden hier hun rechtbank (Cic. Phil. ii.84: in porticu Minucia), en de porticus wordt ook genoemd in Apuleius (de mundo 35: alius ad Minuciam frumentatum venit) en in de Historia Augusta (Commod. 16).

Chron. (p.146) rangschikt de Minucia vetus onder de gebouwen van Domitianus en Reg. heeft (Reg. IX) porticus Philippi Minuciam veterem et frumentariam (Cur. Minucias duas veterem et frumentariam), cryptam Balbi. In de tijd van Domitianus werd een porticus Minucia vetus onderscheiden van een nieuwere Minucia. Vanaf de tijd van Claudius vond de verdeling van graan aan de bevolking plaats in de porticus Minucia; het vroegste bewijs is een inscriptie uit zijn regering of die van Nero (CIL vi.10223).

Een loden tessera (Rostowzew, Sylloge No. 336; Klio, Suppl. iii.21-22) met Minucia on de keerzijde laat zien dat de porticus Minucia verdeeld was in 45 ostia of openingen, waarin bepaalde groepen mensen hun portie graan op vastgestelde dagen in de maand kregen. De ambtenaren voor deze taak worden genoemd drie andere inscripties van de tweede eeuw nC (CIL xi.5669: proc. Aug. ad Minuciam; vi.1648: proc. Mini(ciae); iii.249: proc. Min(uciae).

In de tijd van Septimius Severus verschijnt de naam van de porticus ook in inscripties van ambtenaren van het waterdepartment (v.7783: curator aquarum et Minuciae; vi.1532). Of dit nu betekent dat een man zowel voor het graan als het zorgt zorgt, of dat de Minucia bij het departement van water behoorde en niet bij dat graan, of dat beide bureausonderdak hadden in hetzelfde gebouw, of dat de Minucia van de inscripties de Minucia vetus is, terwijl de verdeling van het graan nog steeds in de frumentaria plaats vond, is twijfelachtig.

Er is ook verschil van mening over de plaats van de porticus. De overheersende zienswijze is dat er twee aparte gebouwen waren bij de porticus Philippi en het theater van Balbus, waarvan er een, de vetus, de tempel van de Lares Permarini bevatte (fast. Praen.) en misschien ook die van Hercules Custos (cf. Hist. Aug. Com. loc. cit.) en ten noorden van de circus Flaminius en ten oosten van de porticus Pompei lag, aan beide kanten van de Amnis Petronia. Hülsen plaatst de frumentaria ongeveer 200 meter ten zuiden van de vetus en identificeert die met ruïnes die dichtbij de crypta Balbi liggen (Sangallo, p9, 47). In de Via dei Calderari, Nr. 23, zijn twee travertijnen zuilen gebouwd in de voorkant van het huis, en er zijn sporen van een tweede rij zuilen en een muur erachter. Tekeningen uit de zestiende eeuw laten zien dat deze zuilenrij een bovenverdieping had, met zuilen midden op de bogen. Er zijn ook blokken van travertijn in het plaveisel. Hülsen is er verder toe geneigd de naam van de S. Maria de Publico (zo genoemd in een bulla van 1186 en later nog tot het einde van de viiftiende eeuw), nu bekend als de S. Maria in Publicolis, af te leiden van het frumentum publicum dat hier werd verdeeld (HCh 361; BC 1927, 94-100).



Vorige Kaart van Rome Kaart van de Campus Martius Rome Volgende