Denarius

Denarius naam van een romeinse zilveren munt die voor het eerst in 209 vC - volgens anderen reeds ca 214 - geslagen werd ter vervanging van de sinds 235 vC in Rome vervaardigde zilveren quadrigatus, die door de invoering van de gouden standaard in 216 en door bijmenging van koper geen vertrouwen meer genoot. De nieuwe munt was van goed zilver, het gewicht werd vastgesteld op 1/72 romeinse pond (4,55 g, de waarde - zoals de naam d. aangeeft - op het tienvoud van de (sextantale) as van nominaal 54,6 g, hetgeen door het teken X op de munt werd aangegeven en de waardeverhouding tussen koper en zilver op 1 : 120 stelde. Als kleinere zilveren munten werden uitgegeven de quinarius (V) en de sestertius (IIS).

denarius van domitianus
Zilveren denarius van keizer Domitianus; aan de keerzijde een dolfijn en een anker
De tekst luidt: IMP CAES DOMITIANVS AVG PM / COS VII - DES VIII PP
Nog vóór 200 daalde het gewicht van de d. tot 3,98 g, ca. 130 vC werd de waarde op 16 (unciale) as vastgesteld. Ondanks velerlei moeilijkheden handhaafde de d. zich als zilveren basismunt tot in de keizertijd vrij goed. Nero bracht het gewicht terug tot 3,41 g, in de 2e en 3e eeuw daalde het geleidelijk tot 2,3 g, totdat de d. verdrongen werd door de Antoninianus, die de waarde kreeg van twee oude denarii.

De d., een van de meest gebruikte muntstukken van de oudheid en vergelijkbaar met de nederlandse gulden, droeg aanvankelijk op de voorzijde de gehelmde kop van Roma of Diana, op de keerzijde de Dioscuren. In de 2e eeuw vC gaf de keerzijde steeds veelvuldiger Diana of Victoria op een tweespan of Juppiter op een vierspan weer. Tegen het einde van de 2e eeuw vC verdrongen Mars en andere godheden Diana van de voorzijde. In de 1e eeuw vC komen allerlei symbolische voorstellingen in zwang; vanaf 44 vC, toen Caesar voor het eerst zijn eigen portret op munten aanbracht, vertoont de voorzijde gewoonlijk de kop van de heersende keizer of van een zijner verwanten, de keerzijde een symbolische voorstelling, dikwijls in de vorm van een personificatie van begrippen als Felicitas, Fortuna of Libertas.


Lit. F. Hultsch (PRE 5, 202-215). - R. Thomsen, Early Roman Coinage 1-3 (Kopenhagen 1957-1961). J. Guépin, De munten van de tweede punische oorlog (Hermeneus 39, 1967-1968, 70-78). [Nuchelmans]


Register