Baësa (hebreeuws bā'šā), koning van Israël (905-882),
afkomstig uit de stam Issachar, die als usurpator
Nadab vermoordde en het gehele huis van
Jerobeam uitroeide. Hij trachtte zijn macht ook
naar het zuiden uit te breiden en veroverde en versterkte
Rama. Asa van Juda wist echter de hulp
van Benhadad, bondgenoot van B., te verkrijgen,
die een plundertocht in het noorden van Israël ondernam,
waardoor B. zich genoodzaakt zag zijn expeditie
op te geven (1Kg 15, 16-21 en 27vv). Ook
van Ammon is een koning B. bekend. Hij wordt genoemd
in een inscriptie van Salmanassar III (858- 824) (ANET 279a).
[Beek]