Salmanassar

Salmanassar, naam van vijf koningen van Assyrië.

(1) Salmanassar I regeerde 30 jaar (1273-1244) als opvolger van zijn vader Adadnirari I. Hij zette de expansiepolitiek van zijn voorganger met succes voort. De chronologie van zijn regering is mede wegens het ontbreken van een eponiemenlijst moeilijk te reconstrueren; alleen de reeks inscripties over de restauratie van de Assur-tempel in Assur biedt enig houvast. In Ninive herstelde hij de Ištar-tempel. Ook de middelassyrische uitbreiding van Kalah was zijn werk.

Politiek belangrijk is Salmanassars optreden tegen Urartu en Hanigalbat, terwijl Harran door hem veroverd werd. Er waren in ieder geval grensgeschillen met de Hethieten, met wie ook gecorrespondeerd werd.


Lit. R. Borger, Einleitung in die assyrischen Königsinschriften 1 (Leiden 1961) 49-70. A. K. Grayson, Assyrian Royal Inscriptions 1 (Wiesbaden 1972) 79-100. E. Weidnerlii. Otten, (AfO 19, 1959/60, 33-46).


(2) Salmanassar II regeerde 12 jaar (ca. 1031-1020) Over zijn daden is niets bekend.


(3) Salmanassar III was koning van Assyrië van 858 tot 824, opvolger van zijn vader Assurnasirpal II en voortzetter van diens expansiepolitiek. Belangrijk was de verovering van het in Kar-S. omgedoopte Til-Barsip, een van de strategische Eufraat-overgangen. Een reeks veldtochten tegen een door Hadadezer van Damascus en Irhylina van Hama geleide coalitie kon pas nadat Hadadezer door Hazaël afgezet was door de Assyriërs met een overwinning worden afgesloten; de slag bij Qarqar (853) was de beroemdste episode in deze strijd. De assyrische nederlaag wordt door de bronnen verhuld. Op de z.g. Zwarte Obelisk is het tribuut van Jau, zoon van Humri, dus Jehu van Israel, afgebeeld. Er was ook voortdurend strijd met het opkomende Urartu. In Babylonië steunde S. Mardukzakirsumi tegen diens opstandige broer Mardukbelusate, waardoor hij aanzienlijke invloed in dat land kreeg. De regering van S. eindigde in een algemene opstand, vermoedelijk onder leiding van zijn oudste zoon.

Op bouwkundig gebied moet de herbouw van de vesting van Assur genoemd worden. In Kalah ontstond een groot arsenaal met paleis. In Balawat is het beslag van een tempelpoort gevonden met afbeeldingen van de daden van S.


Lit. Vgl. voor de inscripties tot het verschijnen van de nieuwe bewerking door P. Hulin: E. Michel, WdOr. 1-4, passim. W. Schramm, Einleitung in die assyrischen Königsinschriften 2 (Leiden/Köln 1973) 70-105.


(4) Salmanassar IV regeerde van 782 tot 773 en was de eerste van de vier voorgangers van Tiglatpileser III die niet opgewassen waren tegen het opdringen van Urartu. Het rijk werd verder verzwakt door het eigenmachtig optreden van de gouverneurs van de nog zeer grote assyrische provincies.


Lit. W. Schramm, Einleitung in die assyrischen Königsinschriften 2 (Leiden/Köln 1973) 120v.


(5) Salmanassar V, koning van Assyrië en (als Ululaju) van Babylonië (726-722), zoon van Tiglatpileser III. S. werd na de verovering van Samaria (2Kg 17 ,3-6; 18, 9-12) van de troon gestoten door Sargon II.


Lit. J. A. Brinkman, Political History of Post-Kassite Babylon (Rome 1968) 243-245, 360. - W. Schramm, Einleitung in die assyrischen Königsinschriften 2 (Leiden/Köln 1973) 140. [van Driel]


Lijst van koningen Lijst van Namen