Bathseba (hebreeuws bat-šeba': de rijkelijk voorziene?)
was de vrouw van Uria. Om harentwil maakte
David zich schuldig aan echtbreuk en moord (2Sm
11, 2-12, 23). Zij werd de moeder van Salomo en
speelde een rol tijdens de hofintrige, die haar zoon
op de troon van David bracht. Haar invloed bleef
groot tijdens de regering van Salomo (1Kg 2, 13-25).
Mt 1, 6 heeft haar - zonder haar naam te noemen opgenomen
in de stamboom van Jezus.
Lit. G. von Rad, Die Geschichte von der Thronnachfolge
Davids (Ges. Studien, München 1958, 159-188). [Beek]