Cham

Cham (hebr. ḥām; betekenis onbekend; misschien 'de hete') is in de bijbelse genealogie (Gn 5,32; 6,10; 7,13; 1Kr 1,5) de zoon van Noach, in de bijbelse geografie (Gn 10,6-20) de samenvattende benaming van de noordafrikaanse, zuidarabische en (vgl. 1Kr 4,40) kanaänitische volken. In Ps 78,51; 105,23.27; 106,22 wordt Egypte Ch. genoemd. In het anekdotisch verhaal van Gn 9,20-27 wordt de vervloeking van Kanaän (door de Israelieten), die eerst kon ontstaan toen de Israelieten zich in Kanaän gevestigd hadden, een vervloeking van Ch., de stamvader van Kanaän, door Noach. [v. d. Born]


Afkortingen Lijst van Namen