Liberius, bisschop van Rome (352-366), werd door
keizer Constantius van 355-358 naar Beroea in
Thracië verbannen wegens zijn verdediging van het
symbolum van Nicea. Enkele van zijn brieven zijn
geheel of gedeeltelijk bewaard, o.a. 3 brieven aan
Eusebius van Vercelli en 4 omstreden brieven uit
zijn ballingschap. Een toespraak van L. bij Ambrosius
(De virginitate 3,1-3) is wel essentieel het werk
van de milanese bisschop. Voor de liberiaanse Catalogus
zie Chronographicus van 354. Het is niet
zeker of het z.g. Epitaphium Liberii op L. betrekking
heeft.
Lit. Uitgave: MPL 8, 1345-1386. A. Feder (CSEL 65, 9;
brieven). - H. Leclercq (DAL 9, 497-530). [Bartelink]