Ebionieten (de 'armen', naar het hebreeuwse 'ebjōn),
een joods-christelijke sekte uit de eerste eeuwen,
voornamelijk ten oosten van de Jordaan. Wij bezitten
over hen verspreide mededelingen. De e. zagen in
Christus de grootste van de profeten, niet de Zoon
van God. Ze aanvaardden ook niet het soteriologisch
aspect van het christendom. Misschien waren het
essenen die zich bij de persoon van Christus aansloten
na de val van de tempel. Ze legden sterke nadruk
op de betekenis van de mozaïsche wet. Ze kenden
een dagelijks ritueel bad, zoals de essenen, maar
ook de christelijke doop. Ze verwierpen de offers. De
e. hadden encratitische neigingen: ze gebruikten
geen vlees of wijn. Ze zouden alleen het evangelie
van Mattheüs hebben aanvaard (waarschijnlijk een
tekst met bepaalde afwijkingen; evangelie van de
e.?). Verwante gedachten vindt men in de Ps. - Clementijnse
Homilieën en Recognitiones.
Lit. Bronnen o.a. Hippolytus, Philosophumena 9, 13-17. Eusebius,
Historia ecclesiastica 6, 27. Epiphanius, Panarion 30, 16.
- H. Leclercq (DAL 4, 1703-1709). G. Bareille (DTC 4, 1987-1995).
- H.-J. Schoeps, Theologie und Geschichte des Judenchristentums
(Tübingen 1949) 25-33. J. L. Teicher, The Dead
Sea Scrolls, Documents of the Jewish-christian Sect of Ebionites
(.IJS 2, 1951, 65-77). H.-J. Schoeps, Handelt es sich
wirklich um ebionitische Documente? (Z.f. Religions- und
Geistesgeschichte 3, 1951, 322-334). O. Cullmann, The Significance
of the Qumrantexts for Research on the Beginnings
of Christianity (JBL 74, 1955, 213-226). Daniélou, Théologie
du judéo-christianisme (Tournai 1958) 68-76. [Bartelink]