Ruth (hebreeuws rūt, samenhangend met een woord
voor 'getrouwe vriendschap'), moabitische vrouw
die de hoofdrol speelt in het naar haar genoemde
bijbelboek. In de MT behoorde dit geschrift tot de
vijf megillōt (= boekrollen), die een plaats hebben
in de synagogale liturgie van de feestdagen. Het
boek Rt wordt voorgelezen tijdens het Wekenfeest.
Omdat in de aanvang van het boek gezegd wordt
dat de gebeurtenissen rondom R. zich afspeelden in
de periode van de richteren, kreeg het geschrift in
de vertalingen een plaats tussen Ri en 1Sm.
Het verhaal vertelt hoe zekere Noömi uit Bethlehem,
haar man en twee zoons door de hongersnood
gedwongen wegtrokken naar Moab. Hier huwden
de zoons moabitische vrouwen, R. en Orpa. Nadat
de drie mannen gestorven waren, keerden
Noömi en R. naar Bethlehem terug, terwijl Orpa er
de voorkeur aan gaf in Moab te blijven. In Bethlehem
zei Noömi dat haar naam, die 'lieflijke' betekent,
beter veranderd kon worden in Mara (de
bittere), wegens het bittere leed dat haar was overkomen.
Hier ligt een aanknopingspunt voor de opvatting dat het boek Rt een novelle is, die o.a. gecomponeerd is op de betekenis van de persoonsnamen: R. is de getrouwe, Orpa degene die de rug toekeert, de namen van de zonen zouden samenhangen met woordstammen die wijzen naar ziekte (Machlon) en een vroegtijdige dood (Kiljon), terwijl tenslotte Boaz (= in hem is kracht) als losser de verkommerde familie onder zijn bescherming neemt. In Bethlehem maakte R. gebruik van het recht der armen op de nalezing van de oogst. Zo kwam zij terecht op het veld van Boaz, een bloedverwant die bereid bleek als losser op te treden. Overeenkomstig Lv25,23-28 wilde hij de grond kopen, die aan Noömi en haar familie toebehoorde en ook wilde hij de in Dt 25,5-10 voorgeschreven zwagerplicht vervullen. Nadat in de poort van Bethlehem door de rite van het uittrekken en overreiken van de schoen gebleken was dat een andere, ongenoemde bloedverwant van zijn rechten en plichten als losser afzag, ging Boaz met R. het huwelijk aan, waaruit Obed, één der stamvaders van David, werd geboren.
Het boek Rt is om meer dan één reden belangwekkend, uit cultuurhistorisch oogpunt omdat het een illustratie biedt van de toepassing van voorschriften uit Lv en Dt in de praktijk en van de vormen die daarbij tegenover een rechtsgemeenschap in acht werden genomen. Het heeft ook vragen opgeroepen en die betreffen de eigenlijke tendens van het geschrift.
Er is gedacht dat het boek tegenover Esra
en Nehemia een mild standpunt ten aanzien van de
volken rondom Juda wilde verdedigen. Gerleman
zag zelfs als voornaamste doel de misschien aanstoot
gevende genealogie van David te zuiveren van
blaam door de wetsgetrouwheid van R. in het licht
te stellen. Maar in elk geval wil het boek verkondigen
dat gehoorzaamheid aan de wet zegenrijke
gevolgen heeft. Daaruit is te verklaren dat het boek
gelezen wordt tijdens het Wekenfeest, dat in de
rabbijnse traditie herinnert aan de wetgeving op de
Sinaï. Waar heden ten dage in joodse kring de verplichting
van het zwagerhuwelijk nog geldt, kan
deze nog steeds door de rite van het schoen uittrekken
(n'ilah) opgeheven worden.
Lit. Commentaren: P. Joüon (Rome 1924, ²1953). J. Fischer
(Würzburg 1950). G. Gerleman (Neukirchen 1960). W. Rudolph
(Gütersloh ²1962). E. Würthwein (Tübingen ²1964).
Studies: M. David, The Date of the Book of R. (OTS 1,
1941, 55-63). Id., Het huwelijk van R. (Leiden 1941). J. M.
Myers, The Linguistic and Literary Form of the Book of R.
(Leiden 1955). C. J. Labuschagne, The Crux in Rt 4,11 (ZAW
79, 1967, 364-367). H. Brongers, Enkele opmerkingen over
het verband tussen lossing en leviraat in Rt IV (NTS 2, 1947}
1948, 1-7). D. Thompson, Some Legal Problems in the Book
of Rt (VT 18, 1968, 79-99).
[Beek]