Langobarden (Lombarden), germaanse volksstam van vermoedelijk
scandinavische herkomst, die bij het begin van
de christelijke jaartelling op beide oevers van de
benedenloop van de Elbe woonde. In 5 nC door de
Romeinen teruggedrongen op de oostelijke oever,
bezetten de L. in 9 opnieuw de westelijke, doch kort
daarop werden ze door Marbod en de
Marcomannen
onderworpen. Hiervan bevrijdden ze zich
in 17 nC. In de geschiedenis van het romeinse rijk
speelden de L. overigens nauwelijks een rol. Eerst
ca. 490 en ca. 525 bezetten ze grote gebieden ten
zuiden van de Donau; in 568 drongen ze Italië
binnen en stichtten daar het langobardische rijk (Lombardije) met
Pavia als hoofdstad, dat twee eeuwen stand zou
houden.
Lit. M. Schönfeld (PRE 12, 677-687). - L. Schmidt, Geschichte der deutschen Stamme 2. Die Ostgermanen² (München 1941). E. Schaffran, Geschichte der L. (Leipzig 1938). J. Werner, Die L. in Pannonien (München 1962). [Nuchelmans]