Maroboduus, telg uit een marcomannisch vorstengeslacht,
die de Marcomannen
en Quaden tussen 8 en 3 vC uit Duitsland naar Bohemen en
Moravië voerde, toen zij door de Romeinen onder
Tiberius en
Drusus onderworpen dreigden te worden.
Onder zijn leiding ontstond een groot germaans
koninkrijk, dat zich uitstrekte van de Donau tot
de Elbe en de Oder. M., die over een leger van
70.000 man infanterie en 4.000 ruiters beschikte,
was een gevaar voor Rome. In 6 vC wilde Augustus
het door Tiberius laten vernietigen. Maar midden
onder de voorbereidingen brak de gevaarlijke opstand
in Pannonië en
Dalmatië uit, die de Romeinen
de eerste jaren bezig hield. Doch M. sloot vrede met
Rome en hij bleef neutraal bij de catastrofe in het
Teutoburger Woud (9 nC)
en in de strijd van Arminius
tegen Germanicus (13-16). In 17 kwam het tot
oorlog tussen de machtigste germaanse aanvoerders.
Verzwakt door de afval van Langobarden
en Semnonen, kon M. zich niet handhaven; romeinse hulp
werd hem geweigerd. Een door hem verjaagde edelman
Catualda verdreef M. in 19 nC uit zijn rijk.
Hij zocht zijn toevlucht bij de Romeinen en werd
door Tiberius te
Ravenna geïnterneerd, waar hij 18
jaar later stierf.
Lit. Velleius Paterculus 2, 108v (beschrijving van zijn persoonlijkheid: natione magis quam ratione barbarus). Tacitus, Annales 2, 44-46. 62v. - A. Stein (PRE 14, 1907-1910). L. Schmidt, Geschichte der germanischen Stämme bis zum Ausgang der Völkerwanderung. Die Westgermanen 1 (München 1938) 121v, 153-157. J. Dobias, King M. as a Politician (Klio 38, 1960, 155-166). [Stolte]