Marcomannen (latijn Marcomanni), germaanse stam
in het zuidwesten van Duitsland, die tot de
Sueben behoorde. Om niet onder romeinse
heerschappij te raken trokken de M. tussen 8 en 3 vC
onder leiding van Maroboduus
met de Quaden
naar Bohemen en Moravië, waar zij de kern werden
van een groot germaans rijk. Vernietiging van dit
gevaar voor Rome werd belet door de grote opstand
van Pannonië in 6 nC; zowel in 9 nC (nederlaag van
Varus) als in 13-16 (strijd tussen
Arminius en
Germanicus) steunden de M. hun germaanse stamverwanten
niet. Verzwakt door de strijd met Arminius,
die hierna uitbrak, vluchtte Maroboduus in 19 nC
naar romeins gebied, verdreven door
Catualda,
die op zijn beurt door de hermundurische koning
Vibilius werd verjaagd.
In 89 en 92 bevocht keizer
Domitianus de M. zonder
veel succes, maar van deze oorlog is weinig bekend,
evenals van die onder
Nerva in 97. De M. en Quaden
maakten van de oorlog tussen Parthen en Romeinen
(161-166) gebruik om over de Donau invallen te
doen in het romeinse rijk, hetgeen leidde tot de
grote M.-oorlog, die met onderbrekingen duurde van
166 tot 180. Een illustratie van de krijgshandelingen
geven de reliëfs op de zuil van
Marcus Aurelius
te Rome. Of deze keizer werkelijk van plan was hun
land als provincie in te lijven, is niet zeker; in elk
geval gaf zijn zoon
Commodus het gebied in 180
weer prijs. De 3e en 4e eeuw bieden hetzelfde beeld
van germaanse invallen en de maatregelen der
romeinse keizers daartegen. In toenemende mate
zochten en verkregen de M. en Quaden onder druk van
andere germaanse stammen woonplaatsen in
Pannonië
en Noricum.
Bij de afstand van Pannonië aan
de Hunnen in 433 werden zij hun onderdanen.
Vervolgens verdwenen zij geleidelijk uit de geschiedenis.
Lit. Frank (PRE 14, 1609-1637). - L. Schmidt, Geschichte der germanischen Stamme bis zum Ausgang der Völkerwanderung. Die Westgermanen 12 (München 1938) 153-179. E. Schwarz, Germanische Stammeskunde (Heidelberg 1956) 163-168. [Stolte]