Oxyrynchus (Ὀξύρυγχος), griekse naam van de
hoofdstad van de 19e opper-egyptische gouw,
waarvan de oorspronkelijke naam
Pr-mdd, koptisch Pemdje' was; de huidige arabische
naam is Bahnasa. O. en Ὀξυρύγχων (πόλις) wijzen
op de verering aldaar, in het Late Tijdperk, van een
vis met 'spitse snuit' van de familie van de mormyridae.
Zoals alle vissen was deze een typhonisch dier
en het bestaan van de cultus en van een tempel van
Seth, onder Ramses III, wordt inderdaad door documenten
gestaafd. Uit de faraonische tijd zijn nagenoeg
geen sporen overgebleven. In christelijke tijd
was O. een bloeiende stad met vele kerken en kloosters.
O. is vooral bekend door de grote massa
griekse papyri, uit romeinse en byzantijnse tijd, die
in de 'koms' van de stad, tussen 1896 en 1907, door
de Engelsen B. P. Grenfell en A. S. Hunt ontdekt
werden. Ook hebreeuwse hymnen en arameese papyri,
van een syrische handelskolonie stammend, bevonden
zich hieronder. Later (1908-1914 en 1927v)
hebben in O. ook de Italianen gegraven.
Lit. RÄR 577v. Porter/Moss 4, 124. K. Preisendanz, Papyrusfunde
und Papyrusforschung (Leipzig 1933) 137-141, 319v. Uitgave
der papyri: B. P. Grenfell/A. S. Hunt/E. G. Tumer/
E. Lobel e.a., O. Papyri (London 1898vv; tot 1972 41 delen).
[Vergote]