Parnes (Πάρνης, 30 km lange bergrug op de grens
van Attica en
Boeotië, thans nog P. geheten.
Over de P., waarvan de hoogste top
1413 m boven de zeespiegel ligt, liepen twee belangrijke
verbindingswegen tussen de beide landschappen.
Op de zuidelijke helling lagen de sterke
attische grensvestingen Decelea en Phyle. In
de oudheid was de P. rijk aan wild.
Lit. J. Wiesner (PRE 18, 2 (4), 1663-1665). [Nuchelmans]