Tricasses, gallische stam die in het gebied tussen de
bovenloop van de Sequana (Seine) en de bovenloop
van de Matrona (Marne) woonde.
De T. waren de noordwestelijke buren van de
Lingones, van welke stam ze tot in de 1e eeuw nC
een onderdeel vormden. Keizer
Augustus verleende
de T. zelfstandigheid en gaf hun hoofdstad de naam
Augustobona Tricassium, waaruit de moderne naam
Troyes ontstond. Het gebied behoorde eerst tot de
provincie Gallia Lugdunensis, sinds
Diocletianus tot
Gallia Lugdunensis II.
Lit. K. Scherling (PRE 7A, 78-80). [Nuchelmans]