Wâdi Hammamât, woestijndal tussen Koptos en de
Rode Zee, ter hoogte van Leukos Limen (thans Koseir).
Al in het Oude Rijk werden
de gesteenten die zich hier bevinden, graniet, grauwak
en leisteen, door egyptische expedities ontgonnen.
Eveneens sinds de oudste tijd diende het dal
als handelsweg. Andere expedities voerden hout aan
op de Nijl, brachten het van Koptos naar Koseir en
bouwden daar schepen om naar Punt te varen.
Van het belang van W. H. getuigen de talrijke rotsinscripties
die het nagelaten heeft en die van de 1e
dynastie tot in de perzische tijd reiken.
Lit. Drioton/Vandier, L'Egypte4 705 (index s.v. Ouadi H.). Helck]
Otto 397. - Uitgave van de inscripties: J. Couyat/P. Montet, Les
inscriptions hiéroglyphiques et hiératiques de Ou´di Hammâmât
(Mémoires de l'institut Français d'Archéologie Orientale du Caire
34, Le Caire l912v). G. Goyon, Nouvelles inscriptions rupestres du
W. H. (Paris 1957).
[Vergote]