Palladius, bisschop van Helenopolis in Bithynië en van Aspuna in Galatië, zijn geboortestreek. P. leefde van 388 tot 399 als monnik in Egypte, werd ca. 400 tot bisschop van Helenopolis gewijd, was in 405 in Rome om de zaak van Johannes Chrysostomus te bepleiten, werd kort daarop naar Opper-Egypte verbannen en bezette van ca. 413 tot aan zijn dood (kort voor 431) de bisschopszetel van Aspuna. P. is de auteur van de Historia Lausiaca (419-420), een aan de kamerheer Lausus opgedragen grieks geschrift, dat een schildering geeft van het leven van een aantal monniken en monialen, vooral uit Egypte, maar ook uit Palestina, Syrië en Klein-Azië.
In het algemeen wordt de historische waarde
van het werk tegenwoordig vrij positief beoordeeld.
P. heeft mondelinge en waarschijnlijk ook een aantal
schriftelijke bronnen verwerkt. Hij is ook de
auteur van een griekse levensbeschrijving van Johannes
Chrysostomus (Διάλογος; Dialogus de Vita
S. Ioannis). Omstreden is zijn auteurschap van Περὶ τῶν τῆς Ἰνδίας ἐθνῶν καὶ τῶν Βραχμάνων (Epistola
de Indicis gentibus et de Bragmanibus).
Lit. Uitgaven: C. Butler, P., The Lausiac History 1-2 (Cambridge
1898-1904). G. Bartelink, Palladio. La storia Lausiaca
(Rome 1974). P. R. Coleman-Norton, Palladii Dialogus
de vita S. Ioannis Chrysostomi² (Cambridge Mass. 1958).
Engelse vertaling en verklarende noten: R. T. Meyer, The
Lausiac History (ACW 34, Westminster Maryland 1965).
Duitse vertaling van de Dialogus: L. Schläpfer (Düsseldorf
1966). - W. Berghoff, P., De gentibus Indiae et Bragmanibus
(Meisenheim 1967). - E. Amann (DTC 11, 1823-1830). H.
Leclercq (DAL 13, 912-930). K. Heussi/A. Kurfess (PRE
18, 2 (3) 203-207). - S. Linner, Syntaktische und lexikalische
Studien zur Historia Lausiaca des Palladius (Uppsala 1943).
J. D. Derrett, The History of 'P. on the races of India and
the Brahmans' (Classica et Mediaevalia 21, 1960, 64-99).
[Bartelink]