Parthenius (Παρθένιος) van Nicaea, griekse dichter uit de 1e eeuw vC. P. kwam in 73 vC als krijgsgevangene naar Rome, dat mede door zijn toedoen nader kennis maakte met de hellenistische poëzie. Spoedig vrijgelaten, was hij o.a. Vergilius' griekse leraar; de op Vergilius naam overgeleverde gedichten Moretum en Ciris zijn naar voorbeelden van P. geschreven.
Van Parthenius' eigen poëzie, voornamelijk elegieën,
zijn slechts enkele fragmenten over; deze
verraden invloeden van Callimachus en
Euphorion.
Wel is van hem een prozawerkje bewaard gebleven,
Ἐρωτικὰ παθήματα (Liefdesleed) getiteld,
dat opgedragen is aan zijn vriend
Cornelius Gallus
en 36 korte verhalen over ongelukkige liefdes
bevat. Deze zijn ontleend aan oudere dichters en
geschiedschrijvers en bedoeld als materiaal ten behoeve
van het schrijven van epische en elegische
poëzie.
Lit. Uitgaven: E. Martini, Parthenii Nicaeni quae supersunt
(Leipzig 1902). Met engelse vertaling van S. Gaselee in J.
Edmonds, Daplmis and Chloe by Longus (Loeb Class. Libr,,
London 1916). Met duitse vertaling: W. Planki, P. Liebesleiden
(Wien 1947). Elegische fragmenten in E. Diehl, Anthologia
Lyrica Graeca 22 (Leipzig 1942). - A. von Blumenthal
(PRE 18, 2 (4), 1895-1899). [Nuchelmans]