Tyrtaeus

Tyrtaeus (Τυρταῖος), grieks elegisch dichter, werkzaam in Sparta omstreeks of kort na het midden van de 7e eeuw vC. Volgens een traditie, die sinds de 4e eeuw vC in omloop blijkt, was T. van oorsprong een Athener. Een enkele maal wordt ook vermeld dat hij uit Milete afkomstig zou zijn. De meeste moderne onderzoekers zijn echter van mening dat T. een geboren Spartaan is geweest. Van zijn leven is verder zo goed als niets bekend.

De werken van T. werden door de Alexandrijnen in vijf boeken ingedeeld. Wij bezitten van dit oeuvre ongeveer 200 versregels, verdeeld over 13 (Prato) of 23 (West) fragmenten. De fragmenten 1-4 West (1-3 Prato) maken deel uit van een gedicht over de spartaanse staatsinrichting, door lateren Εὐνομία of Πολιτεία genoemd. Er. 5 West (4 Prato) gaat over de eerste messenische oorlog, waarin de Messeniërs door de Spartanen werden onderworpen; deze oorlog vond twee generaties vóór T. plaats. De fragmenten 18-23 West (10 Prato) zijn op papyrus gevonden en in 1918 gepubliceerd; zij behoren tot een lang, zeer slecht overgeleverd gedicht, waarin o.a. een veldslag beschreven wordt. Het belangrijkst zijn de fragmenten 10-12 West (6-9 Prato); deze behoren tot de z.g. Ὑποθῆκαι (raadgevingen, instructies), waarin T. de Spartanen aanspoort tot moed en doodsverachting in de strijd. Deze paraenetische poëzie, die door de Spartanen later steeds in ere is gehouden, moet gesitueerd worden in de tweede messenische oorlog, waarin de opstandige Messeniërs de Spartanen op de rand van de ondergang brachten. De patriottische thematiek van deze elegieën ('Schoon is het, te sneuvelen voor het vaderland' enz.) is in latere tijden invloedrijk gebleven.

De eenzijdige nadruk die T. op de militaire dapperheid legt is bekritiseerd door Plato (Wetten 629 Avv).

De elegieën van T. zijn in het (voor het genre kenmerkende) ionische kunstdialect gesteld (met enkele laconismen). Daarnaast zou T. in het laconisch ἐμβατήρια (marsliederen) geschreven hebben in anapestisch metrum; de hiervan bewaarde fragmenten gelden echter als niet-authentiek.


Lit. Uitgaven: C. Prato. Tyrtaeus, Fragmenta, Veterum Testimonia (Rome 1968)- E. Diehl/R. Beutler, Anthologia Lyrica Graeca 1, 1 (Leipzig; 1949 = 1954) 4-18. M. L. West, lambi et elegi Gracci ante Alexandrum cantati 2 (Oxford 1972) 149- 163. Met engelse vertalmg: J.M. Edmonds, Elegy and Iambus 1 (Loeb Class. Libr., London 1961) 50-79- Met spaanse vertaling: F. R. Adrados, Liricos griegos, elegiacos y yambógrafos arcaicos 1 (Barcelona 1956) 117-140- Niet duitse vertaling van de voornaamste fragmenten: B. Snell/Z. Franyó, Frühgriechische Lyriker 1 (Berlin 1971) 16-27. Nederlandse vertaling van de belangrijkste fragmenten: C. M. Stibbe, Sparta (Bussum 1969) 172- 185.

Studies: A. von Blumenthal (PRE 7A- 1941-1956). - W. Jaeger, Tyrtaios über die wahre aretè (Sitzungsberichte der Preussischen Akad. Wiss, 1932, 537-568, herdrukt in: G. Pfohl ed., Die griechische Elegie, Darmstadt 1972, 103-145). J- Lasso de la Vega, El guerrero Tirteico (Emerita 30, 1962, 9-57)- W-J. Verdenius, T. 6-7 D. A Commentary (Mnemosyne ser. IV, 22, 1969, 337-355)- B.Snell, Tyrtaios und die Sprache des Epos (Göttingen 1969). T.A. Tarkow, T. 9 D. The role of poetry in the new Sparta (L'Antiquité Classique 52, 1983, 48-69). [Schreiner]


Lijst van Auteurs