Midas (Μίδας), koning van Phrygië van ca. 740 tot ca. 695
vC, die behalve uit het phrygische tekstmateriaal en
klassieke auteurs ook - als 'Mita van Muski' uit
contemporaine assyrische teksten bekend is. De
assyrische bronnen maken duidelijk dat M. afwisselend
in goede en slechte verstandhouding met zijn
assyrische tijdgenoten geleefd heeft. Uit een te Kalchu
gevonden brief leidt men af dat tijdens een
periode van toenadering een officiële assyrische vertegenwoordiger
een bezoek aan het hof van M. in
Gordium heeft gebracht.
De annalen van Sargon
II leggen getuigenis af van herhaalde vijandelijkheden
tussen beide machten in het cilicische grensgebied
tussen 715 en 709. In het laatste
jaar bood M. door middel van een gezantschap zijn
onderwerping aan de assyrische koning aan. Volgens
de traditie zou M. zelfmoord hebben gepleegd ten
tijde van de cimmerische strooptochten in Klein-Azië
in het begin van de 7e eeuw. Volgens sommige
archeologen is de z.g. 'Royal Tomb' bij Gordium
zijn begraafplaats. Griekse bronnen vermelden dat
M. met een griekse uit Cyme getrouwd was en de
eerste buitenlandse vorst was die contact opnam met
het orakel van Delphi. Een phrygische inscriptie in
Midas-stad noemt M. wanax, 'koning, heerser',
en lawagetas, 'legeraanvoerder'. De naam Mita(s)
komt reeds in de anatolische onomastiek van het 2e
millennium voor.
Lit. M. J. Mellink, Mita, Mushki and Phrygians (Gedenkschrift
Bossert, Anadolu Arastirmalari Helmuth Theodor Bossert,
in Hatirasina Armagan 2, 1-2, Istanbul 1965, 317-325).
M. Lejeune, A propos de la titulature de M. (Athenaeum 47,
1969, 179-192).
[Houwink ten Cate]