Hydria (ὑδρία), griekse naam van de waterkruik of
waterkan. De h. heeft gewoonlijk een ronde mond,
één groot verticaal handvat aan de hals en twee
kleinere horizontale oren aan de romp; vgl. afbeelding
s.v. lecythus. De h.e uit de
geometrische tijd
waren slanker van vorm dan de latere. Vanaf ca.
500 vC werd steeds meer een dikbuikig model gebruikt,
waarvan hals en romp zonder hoek in elkaar
overgaan; dit wordt door de archeologen kalpis
(κάλπις) genoemd, hoewel niet zeker is dat dit ook
de antieke naam voor deze h.-vorm was.
Lit. E. Fölzer, Die H. Ein Beitrag zur griechischen Vasenkunde
(Leipzig 1906). E. Diehl, Hydrien in Grab und Kult
der Antike (Mainz 1964). [Nuchelmans]