Ostraca (enkelvoud ostracon; grieks
ὄστρακον 'aarden pot,
potscherf'), in de griekse filologie technische
term voor scherven van aardewerk en dergelijke
die als schrijfmateriaal zijn gebruikt. Duizenden
o., daterend uit de periode van ca. 300 vC tot
ca. 400 nC, zijn in Egypte gevonden. Daar maakte
men van dit goedkope materiaal gebruik voor korte
aantekeningen en minder officiële stukken (kwitanties,
korte brieven, oefeningen van scholieren, bezwerings-
en devotieteksten enz.) omdat papyrus
betrekkelijk duur was. De o. verschaffen ons derhalve
kostbare gegevens omtrent het dagelijkse leven
van de Egyptenaren in de hellenistische en de
romeinse periode. Buiten Egypte zijn vondsten van
o. zeldzaam. In Griekenland werden ze vrijwel alleen
gebruikt als stembriefjes, o.a. bij het
ostracisme. Hierboven 2 namen op een ostracon:
Megakles en Hippokratos.
Lit. Voornaamste grote uitgaven: U. Wilcken, Griechische
Ostraka aus Aegypten und Nubien. Ein Beitrag zur antiken
Wirtschaftsgeschichte 1-2 (Leipzig/Berlin 1899 = Amsterdam
1970). A. H. Gardiner/H. ThompsonlJ. G. Milne, Theban O.
1-4 (Oxford 1913). J. G. Tait/Cl. Préaux, Greek O. in the
Bodleian Library at Oxford 1-2 (London 1930-1955). L.
Amundsen, Greek O. in the University of Michigan
Collection 1 (Ann Arbor 1935). [Nuchelmans]