Sarcofaag, stenen lijkkist, genoemd met de naam van een sponsachtige kalksteensoort die o.a. bij Assus in Mysië gevonden werd en de eigenschap heette te bezitten de zachte delen van het lijk binnen 40 dagen te verteren (grieks σαρκόφαγος = vleesetend). Sarcofagen in velerlei vorm komen voor in alle hogere culturen die de doden begraven. Van bijzonder belang vaor de cultuur- en met name - de kunstgeschiedenis zijn de monumentale sarcofagen die uitwendig en/of inwendig met reliëfs en/of schilderingen versierd zijn.
In Egypte, in Phenicië én op Kreta kwamen deze in zwang in het 2e millennium vC, in Klein-Azië in het midden van het le millennium vC. Bijzonder fraai zijn de uit de 5e en 4e eeuw vC daterende sarcofagen die gevonden zijn in de onderaardse begraafplaats van Sidon, o.a. de z.g. Alexander-s., thans in het museum te Istanbul. In Griekenland waren monumentale sarcofagen zeldzaam.
In Etrurië kwamen ze vanaf de 5e eeuw vC
voor; daar ontstond in de 3e eeuw vC de gewoonte
om op het'deksel de beeltenis(sen) van de dode(n)
in liggende of zittende houding aan te brengen.
Bij de Romeinen vond het gebruik van monumentale
sarcofagen bij de aanzienlijke families ingang in de
1e eeuw nC en werd vrij algemeen in de 2e eeuw.
Het reliëfwérk dat - naast velerlei zuiver decoratieve
elementen - de s. siert, geeft meestal scènes
uit de mythologie weer of bestaat uit allegorische
voorstellingen, welke in enig verband staan met de
levensloop of de eigenschappen van de overledene.
Met name uit de latere keizertijd zijn honderden
fraaie specimina bewaard gebleven.
Lit. C. Belting-Ihm (EAA 7, 2-40). - C. Robert/G. Rodenwaldt/F.
Matz e.a., Die antiken Sarkophagreliefs (Berlin
1890vv): 2. Mythologische Cyclen (1890) 3. Einzelmythen
(1897-1919) 4. Die dionysischen Sarkophage (1968) 5, 1. Die
Meerwesen (1939) 5, 3. Die Musensarkophage (1966) 7. Die
jüngeretruskischen Steinsarkophage (1952) 12, I. Meleager
(1975). B. Andreae, Motivgeschichtliche Untersuchungen zu
den römischen Schlachtsarkophagen (Berlin 1956). V. Tusa,
I sarcofagi romani di Sicilia (Palermo 1957). Y. Schefold,
Der Alexander-Sarkophag (Frankfurt a.M./Berlin 1968). V.
von Graeve. Der Alexandersarkophag und seine Werkstatt
(Berlin 1970). [Nuchelmans]