Assus

Assus (Ἀσσός), griekse stad in de kleinaziatische Aeolis op de zuidkust van de Troas, tegenover de noordpunt van het eiland Lesbus. Volgens de traditie werd A. in de 10e eeuw vC gesticht door kolonisten uit het lesbische Methymna, maar alles wijst erop dat hier reeds in zeer oude tijden een belangrijke haven en stapelplaats lag. Dat is A. gebleven totdat het in de hellenistische tijd door het nabijgelegen Alexandria Troas werd overvleugeld. Van 560 tot 549 stond de stad onder lydische, van 549 tot 479 en van 345 tot 334 onder perzische heerschappij; van 241 tot 133 maakte zij deel uit van het rijk van Pergamum, vanaf 133 vC van de romeinse provincie Asia. murenA. bestond uit een acropolis en een op terrassen tegen de helling hiervan aangelegde benedenstad. Beide waren zwaar versterkt; voor een groot deel bewaard zijn de geweldige muren (totale lengte ca. 3 km, oorspronkelijk 19 m hoog!) met poorten en bastions uit de 4e eeuw vC.

tempel van atheneOp de acropolis zijn door een amerikaanse expeditie (1881-1883) belangrijke resten gevonden van een tempel die om zijn architectonische eigenaardigheden en zijn sculpturen als een der meest representatieve monumenten van de griekse bouwkunst uit de tweede helft van de 6e eeuw vC beschouwd moet worden. Het is een peripteros (6 x 13 zuilen, grondvlak 30 x 14 m, cella 22 x 10 m) in dorische stijl, terwijl vrijwel alle andere tempels van Klein-Azië ionisch zijn. Merkwaardig is ook dat de architraven met een doorlopende beeldenfries getooid waren, die scènes uit de mythe van Heracles uitbeeldde. De teruggevonden sculptuurresten bevinden zich thans in de musea van Boston, Istanbul en Parijs (Louvre) en vertonen nauwe verwantschap met de ionische kunst van Klein-Azië, maar een zekere invloed van het griekse vasteland, met name van Athene, valt niet te loochenen.

In de benedenstad zijn resten blootgelegd van de interessante agora (ca. 150 x 50 m), die geflankeerd werd door zuilengangen, een raadhuis en een kleine tempel, van een theater en van een gymnasium. A. was de geboorteplaats van de stoïcijnse wijsgeer Cleanthes. Aristoteles verbleef er van 348 tot 345; Paulus deed de stad aan op een reis van de Troas naar Milete (Hand 20,13v).


Lit. Bürchner (PRE 2, 1748v). Romanelli (EAA 1, 741-744). - F. T. Clarke/F. H. Bacon/R. Koldewey, Investigations at Assos (London/Cambridge/Leipzig 1902-1921). R. Martin, Recherches sur l'agora grecque (Paris 1951) 427-429, 486-490. [Nuchelmans]


Kaart