Cerberus


hercules en cerberus
Hercules en Cerberus
(Attische amfoor
uit Vulci 510 v.C. Andocides-schilder)
Cerberus (Κέρβερος), naam van de hellehond die de ingang tot de grieks-romeinse onderwereld bewaakte. Geboren uit de boze reus Typhon en de slang-vrouw Echidna, broer van o.m. de monsters Orthrus, de hydra van Lerna en de leeuw van Nemea, had ook C. een monsterachtig uitzicht: eerst vijftigkoppig, werd hij in later tijd meestal voorgesteld met drie of twee koppen en slangvormige manen en/of staart.

Wreed en onvermurwbaar, belette hij elke terugkeer der schimmen uit de Hades en versperde de levenden de toegang. Orpheus kon hem echter met zijn muziek vermurwen, Aeneas en Psyche brachten hem tot rust door hem honingkoek te voeren, terwijl Heracles hem zelfs na een heroïsche worsteling naar de bovenwereld vermocht te slepen. Deze laatste scène is dikwijls op griekse ceramiek afgebeeld (bv. op twee hydriae uit Caere en op een aan Andocides toegeschreven amfoor in het Louvre) en komt ook in de romeinse sarcofaagkunst voor (o.a. op sarcofagen in het Uffizi-museum te Florence en in het British Museum).

Lit. S. Eitrem (PRE 11, 271-284). O. Immisch (Roscher 2, 1119-1135). G. Sgatti (EAA 2, 505-508). A. Herrmann (RAC 2, 973-990). - F. Kretschmar, Hundestammvater und Kerberos 1-2 (Stuttgart 1938). J. J. Savage, The Medieval Tradition of C. (Traditio 7, 1949-1951, 405-410). [Sanders]



mythen