Endymion (Ἐνδυμίων), in de griekse mythologie
een schone jongeling, zoon van koning Aëthlius van
Elis en Calyce. E. werd bemind door de maangodin
Selene
(in andere versies door Artemis), die
's nachts van haar wagen steeg om haar geliefde in
slaap te kussen. Op zijn of Selenes verzoek verleende
Zeus E. een eeuwige jeugd en dompelde hem in
een eeuwige slaap op de berg Latmus in Carië (volgens
anderen ergens op de Peloponnesus); Selene
bleef hem daar bezoeken en schonk hem vijftig
dochters. Het graf van E. zou zich in Olympia of
aan de voet van de Latmus hebben bevonden.
Voorstellingen van de slapende E. in gezelschap van
Selene of Artemis komen vowal voor op muurschilderingen
(o.a. in de Casa di Sirico te Pompeii)
en op sarcofagen. Zelden is E. zonder minnares afgebeeld,
zo bijv. op een fraai reliëf in het Museo
Capitolino te Rome. Het samenzijn van E. en Artemis
was een geliefd thema voor de schilders van de
baroktijd (o.a. Tintoretto, Rubens, Van Dyck). J.
Keats wijdde aan de jongeling zijn beroemde gedicht
E.
Lit. L. vom Sybel (Roscher 1, 1246-1248). E. Bethe (PRE 5,
2557-2560). H. Sichtermann (EAA 3, 336v). - N. vom Mossolow,
E. (Diss. Berlin 1946). E. Le Comte, E. in England.
The Literary History of a Greek Myth (New York 1944).
[Nuchelmans]