Paulus Orosius, die priester was, werd geboren te Braga (Noord-Portugal). In 414, gevlucht voor de Vandalen, bood hij Augustinus in Hippo zijn geschrift Commonitorium de errore Priscillianistarum et Origenistarum aan. In Palestina, waar O. Hieronymus bezocht, schreef hij een Liber apologeticus contra Pelagianos. In 417/418 stelde hij op aandringen van Augustinus de Historiae adversus paganos in 7 boeken samen, bedoeld als aanvulling van Augustinus' De civitate Dei. De strekking van het werk is te bewijzen dat het christendom niet de schuld droeg van de rampspoed van zijn tijd.
Daartoe legt O. in een summiere wereldgeschiedenis
de nadruk op de oorlogen en rampen uit vroeger
tijd. De Historiae gaan tot 417 en bezitten voor de
laatste 4 decennia zelfstandige waarde. Het werk
van O., waarin de wereldgeschiedenis in vier periodèn
is ingedeeld, heeft de geschiedschrijvers uit de
middeleeuwen sterk beïnvloed.
Lit. Uitgaven: Historiae en Liber apologeticus: C. Zangemeister
(CSEL 5). Commonitorium: G. Schepsz (CSEL 18,
149-157). Tekst en engelse vertaling van de Historiae: I. W.
Raymond (New York 1936). Engelse vertaling van de Historiae:
Roy J. Deferrari (Washington 1964). - E. Amann
(DTC 11, 1602-1611). F. Wotke (PRE 18, 1185-1195). - J.
Svennung, Orosiana (Uppsala 1922). H. Hagendahl, O. und
Iustinus (Göteborg 1941). B. Lacroix, Orose et ses idées
(Montréal/Paris 1965). E. Corsini, Introduzione alle 'Storie'
di Orosio (Turijn 1968). [Bartelink]