Sedulius, christelijk latijns auteur uit de eerste helft van de 5e eeuw, afkomstig uit Zuid-Gallië of Italië. Of zijn voornaam Caelius luidde is onzeker; deze duikt eerst veel later op. Volgens Isidorus van Sevilla was hij priester. Wij bezitten van S. een gedicht Paschale carmen, een prozaversie hiervan getiteld Paschale opus en 2 hymnen op Christus. Het is opmerkelijk dat hij in Gennadius' lijst van christelijke auteurs (ca. 470) niet genoemd wordt.
Het Paschale carmen is een gedicht in 5 boeken, opgedragen aan een presbyter Macedonius, dat de grote daden van God in het OT (boek 1) en het NT (boek 2-5) bezingt. Het dateert wel van vóór 431, omdat in tegenstelling tot andere ketterijen het nestorianisme niet genoemd wordt. Het werk wordt gekenmerkt door een natuurlijk taalgebruik en een verzorgde bouw van de hexameter. Voor de nieuwtestamentische gegevens gaat S. voornamelijk van het evangelie van Mt uit, maar hij behandelt de stof veel vrijer dan de dichter Iuvencus. Allegorische en mystieke verklaringen dringen het verhaal sterk terug. In poëtisch opzicht bevat het Paschale carmen menige geslaagde passage. Het is een van de voornaamste voorbeelden voor de middeleeuwse poëzie geworden. Het Paschale opus is een sterk retorisch getinte prozaparafrase van het Carmen.
De eerste Christushymne (Elegia) van S. bestaat uit
55 disticha, die telkens een parallel tussen het OT
en het NT bevatten. De samenhang wordt versterkt
doordat de eerste helft van de hexameter telkens
identiek is aan de tweede helft van de pentameter.
Bekender is de tweede hymne, een abecedarius,
waarhf in 23 vierregelige strofen het leven van
Christus bezongen wordt. Het romeinse brevier
heeft hieraan de kersthymne A solis ortus cardine
en de epifaniehymne Crudelis Herodes deum ontleend.
Lit. Uitgaven: MPL 19, 533-754 (herdruk van de editie van
F. Arévalo). J. Huemer, Sedulii opera omnia (CSEL 10,
Wien 1885 = New York/London 1967); de beide hymnen ook
in C. Blume/G. M. Dreves, Analecta hymnica medii aevi 50
(Leipzig 1907) 53-60 en A. S. Walpole, Early Latin Hymns
(Cambridge 1922) 149-158. - R. A. Swanson (CJ 52, 1957,
289-368; engelse vertaling van Paschale carmen 1). N. Scheps,
S., Paschale carmen 1-2 (Delft 1938; met nederlandse vertaling
en commentaar). F. Corsaro, L'opera poetica di Sedulio
(Catania 1948; met italiaanse vertaling van de gedichten en
commentaar). - Bardenhewer 4, 642-647. - Th. Mayr, Studien
zu dem Paschale carmen des christlichen Dichters S.
(Augsburg 1916). F. Corsaro, La lingua di Sedulio (Catania
1949). A. Bastiaensen, L'ancienne Genuit puerpera regem,
adaptation liturgique d'un passage du Paschale carmen de S.
(Revue Bénédictine 83, 1973, 388-397). I. Opelt, Die Szenerie
bei S. (Jahrbuch für Antike und Christentum 19, 1976, 109-119).
[Bartelink]