Provocatio

muntProvocatio, bij de Romeinen de naam voor hoger beroep. Het ius provocationis was een van de iura publica van een romeins burger en werd alleen door de staat van beleg of tijdens een dictatuur opgeschort. In de opvatting van de Romeinen was de provocatio zó nauw verbonden met vrijheid en burgerrecht dat zij het ontstaan ervan plaatsten aan het begin van de republiek: Valerius Poblicola zou haar in 509 vC hebben ingevoerd. De werkelijke lex Valeria dateert echter waarschijnlijk van ca. 300 vC. Door middel van de provocatio kon een romeins burger tegen de rechterlijke willekeur van de oorspronkelijk uitsluitend patricische magistraten in beroep gaan (p. ad populum), bij ter dood veroordeling bij de comitia centuriata, bij het opleggen van een boete bij de comitia tributa. Een magistraat die geen rekening hield met zulk een beroep en een vonnis toch uitvoerde, maakte zich schuldig aan een misdrijf en werd dienovereenkomstig gestraft. Ook het beroep op een volkstribuun wordt provocatio genoemd. Het provocatierecht bleef intact tot het in de keizertijd vervangen werd door de appellatio ad Caesarem.


Lit. J. Bleicken (PRE 23, 2444-2463). - Th. Mommsen, Römisches Staatsrecht 2 (Leipzig 1877) 110-118. Ch. H. Brecht, Zum römischen Komitialverfahren (Zeitschrift der Savigny-Stiftung fur Rechtsgeschichte 59, 1939, 261-314). H. Sibei, Provocatio (ib. 62, 1942, 376-381). A. Heuss, Zur Entwicklung des Imperiums der römischen Oberbeamten (ib. 64, 1944, 57-133). J. Bleicken, Ursprung und Bedeutung der Provocatio (ib. 76, 1959, 324-377). [A. J. Janssen]


Register