Spolia opima noemden de Romeinen de
veldheersbuit die door een romeins bevelhebber in een
gevecht van man tegen man op een vijandelijk
legeraanvoerder behaald was en naderhand aan een
godheid geofferd werd. Overeenkomstig de rang van de
overwinnaar onderscheidde men prima, secunda en
tertia s.o., die resp. aan Iupiter Feretrius,
Mars en
Quirinus werden geofferd, waarbij de bijbehorende
offerdieren telkens verschilden. De geschiedenis kent
slechts drie voorbeelden van prima s.o., die als de
eigenlijke s.o. worden beschouwd. Het gebruik zou
door Romulus
zijn ingesteld, die ook de tempel
voor Iuppiter bouwde. Bij zijn overwinning op
Tolumnius (428 vC) zou Aulus Cornelius Cossus
de tweede veroverd hebben. De derde
overwinnaar was
Marcus Claudius Marcellus,
die de Galliër Viridomarus versloeg (222 vC).
Lit. F. Lammert (PRE 3A, 1845v). - A. J. Janssen, Het
antieke tropaion (Ledeberg/Gent 1957) 13, 96. K. Latte,
Römische Religionsgeschichte (München 1960) 204v. F.
Deichmann, Die Spolien in der spatantiken Architektur (ib.
1975). [A. J. Janssen]