Pompeia Plotina was reeds voor diens troonsbestijging (98) gehuwd met keizer Traianus, op wie zij grote invloed had. Zij wordt geroemd om haar eenvoud en deugd. Vanaf 105 voerde zij de eerder door haar geweigerde titel Augusta. Op een voortreffelijk familieleven wijst de beeltenis van Vesta op munten, waarmee zij vanaf 112 wordt geeerd.
Zelf kinderloos, stond P. de - overigens omstreden - adoptie van Hadrianus voor, die in 117 Traianus opvolgde. Na haar dood (122) eerde Hadrianus haar door haar consecratie en met tempels.
P. had belangstelling voor wijsbegeerte en neigde tot
het epicurisme. Haar uiterlijk is vooral bekend van
munten en uit portretkoppen (o.a. te Rome in het
Museo Nazionale, het Museo Capitolino en het
Vaticaan).
Lit. R. Hanslik (PRE 21, 2293-2298). B. M. Felletti Maj (EAA 6, 250). - J. J. Bernoulli, Römische Ikonographie 2,2 (Stuttgart 1891) 92-96. M. Wegner, Plotina (Archäologischer Anzeiger 1938, 278-288). [A. J. Janssen]